Enig idee hoe de versterkte woonplaatsen van de adel er vanaf de 11de tot 13de eeuw uitzagen? Vandaag zijn daar nog enkele schaarse getuigen van te zien in de vorm van wat aarden bulten of van muren ingebouwd in latere bouwwerken.
Mottekastelen bestonden uit een kunstmatige heuvel, bekroond met een houten toren en omringd door een palissade, het zogenaamde opperhof. Het al dan niet opgehoogd voorhof, waarop zich de bedrijfsgebouwen en verblijven voor het personeel bevinden, is eveneens van een palissade voorzien. Zowel het voor- als het opperhof zijn door een brede gracht omringd, meestal in een achtvorm.
Donjons zijn massieve woontorens in steen, aanvankelijk natuursteen, maar later ook in baksteen. Ze kenmerken zich door dikke muren, soms meer dan twee meter dik en kennen een ingang op de eerste verdieping.Beide versterkingsvormen geraken vanaf de 13de eeuw voorbijgestreefd door de introductie van de waterburchten. Waar je in het Meetjesland nog sporen van deze versterkingen kan zien, kom je te weten tijdens deze lezing/presentatie.
De lezing gaat door op zondag 29 september om 10.30 uur in het administratief centrum in Ertvelde (oud gemeentehuis, Marktplein 2)